Tuinbonen kweken

Voor een goede oogst, moet je planten goed verzorgen. Bij vorming van de onderste peulen de toppen verwijderen (na de achtste bloemtros). Zo bevorder je vruchtzetting en beperk je aantasting door zwarte bonenluis. Of plant naast een rij tuinbonen een rij dille of bonenkruid.

De planten hebben een grote opbrengst voor de ruimte die ze maar innemen. Een verrassend lekkere groente, makkelijk te kweken Inleiding over tuinbonen. De schillen van tuinbonen bevatten looizuur (tannine) dat een zwarte kleur op de handen achterlaat, en niet onmiddelijk verdwijnt na het handen wassen. Ze kunnen je planten met duizenden tegelijk belagen. Tuinbonen zijn gevoelig aan zwarte bonenluis.

Vermijden doe je door vroeg te zaaien, zelfgemaakte biologische preparaten te gebruiken of hopen op een koel en vochtig voorjaar – dan ontwikkelen de luizen zich langzamer. Je plant tuinbonen op het bed van de peulgewassen. Tuinboon mag, in tegenstelling tot andere peulgewassen, toch wat bemest worden. Tijdig bekalken is voor tuinboon wel aan te raden. De ideale pH voor tuinbonen is hoog en schommelt tussen 7- deze waarden zijn dan ook niet altijd haalbaar.

Ik ben groot fan van deze groente, want hij is erg makkelijk in de omgang;-) Ik leg je stap voor stap uit hoe jij tuinbonen kunt kweken én hoe je voorkomt dat ze belaagd worden door de zwarte bonenluis. Wil je tuinboon kweken in jouw moestuin? Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik gruwelde vroeger echt van tuinbonen. Vooral de zwarte bladluizen tasten de toppen van de planten aan en maken er een vieze plakkerige zooi van.

Niets doen is geen optie bij tuinbonen - wees beducht op de luizen en grijp in als ze komen. Dit is hetzelfde als bij rijspeulen, rijsdoperwten en kapucijners. Zowel binnen als buiten kun je tuinbonen zaaien.

Zaden tuinbonen bestellen. Unsubscribe from Moestuin TV? Zaai of plant de tuinbonen op een zonnige, maar beschutte plek – bij harde wind kunnen grotere tuinboon planten makkelijk omwaaien.

Stuk voor stuk gerechten die helemaal passen bij de trend en smaak van tegenwoordig. Voor het zaaien van de tuinbonen in de moestuin kan je het beste de zaden een nacht van tevoren in water weken. Voorgetrokken planten kunnen in maart al de volle grond in. De tuinboonzaden zullen dan veel vocht opnemen en zacht worden.

De laatste zaaidatum ligt rond begin mei. Gedroogde tuinbonen moet je een nachtje laten weken in ruim water en daarna tot minuten koken in water zonder zout. Ingevroren tuinbonen kun je ontdooien volgens de aanwijzingen op de verpakking. Met het zaaien van tuinbonen kun je in januari al beginnen, mits je het onder glas doet. Vanaf half maart kun je ze dan uitplanten in de volle grond.

Hierdoor zijn ze gemakkelijk te kweken in je eigen. Je denkt toch niet, dat je ook maar één boontje, radijsje of bietje, dat met zo veel liefde en aandacht is opgekweekt, gaat weggooien! Die worden allemaal opgegeten. Compost inwerken met een woelvork is meestal voldoende.

Zorg voor een plekje in de zon en geef indien nodig kaliumrijke meststoffen. Lichte gronden zijn uitermate geschikt om vroeg te zaaien, zware gronden warmen iets trager op. Hoe je de moestuin zaaien gaat hang af van het soort gewas dat wilt kweken. Hieronder vind je drie regels die je moet aanhouden tijdens het zaaien. Een moestuin zaaien kan daarnaast op twee manieren: in rijen of breedwerpig.

Het boek is uitstekend te. Lees meer bij zaaien in volle grond. In ieder geval ga ik stokbonen kweken met de naam “Neckarkonigin” of spekbonen, er zijn groene, blauwe en gele, de bonen worden enorm, maar blijven sappig en mals, dus weinig werk en veel oogst.

Stokbonen zijn klimbonen, ze wikkelen hun stengels om een stok, vandaar de naam. Je kweekt ze aan Tonkin of bamboestokken. Bij het kweken van tuinbonen is het belangrijk om te weten dat de zaden niet goed tegen teveel water kunnen. Zeker als je kleigrond in je moestuin hebt moet je hier rekening mee houden.

De zaden van de tuinboon groeien het beste op goed gedraineerde grond. Toch is de tuinboon een makkelijke groente om zelf te zaaien. In de hedendaagse keuken zijn er veel recepten te vinden waarin tuinbonen worden gebruikt.

De boon behoort tot de vlinderbloemenfamilie, ze heet officieel Phaseolus vulgaris (behalve de pronkboon, die heet Phaseolus coccineus). Vandaar dat deze soorten eigen pagina’s hebben (Tuinboon en Sojaboon). Houd hier dus rekening mee als je zelf tuinboon gaat kweken.

Zoals bij de meeste bonen kies je voor een zonnige standplaats. Je kunt tuinbonen al relatief vroeg zaaien. Rassen die na koken bruin worden en de typische enigszins bittere tuinboonsmaak bezitten.

Deze rassen zijn bontbloeiend De navel van het zaad is of geel of wit.